Samenvatting van Kick-Off
Op 27 maart 2025 openen we samen met ruim dertig interne betrokkenen de Kenniswerkplaats Veilig Leer- en Werkklimaat. Tijdens deze kick-offbijeenkomst worden de eerste resultaten van het vooronderzoek gepresenteerd. Tegelijkertijd halen we input van de betrokkenen op door aandachtsgebieden te prioriteren en hun inzichten over en ervaringen met deze thema’s te verzamelen.
Met stickers geven aanwezigen aan welke thema’s prioriteit zouden moeten krijgen in de Kenniswerkplaats en daarmee in de HU. De thema’s Bewustwording van hiërarchische positie (47 stickers) en Sociale veiligheid is van iedereen (44 stickers) krijgen van deelnemers de hoogste prioriteit, gevolgd door Leren van en reflecteren op incidenten of ongemak en Zorgvuldige opvolging van meldingen (elk 31 stickers), en het Verbeteren van de toegankelijkheid van het ondersteunend systeem (17 stickers). Behalve deze thema’s geven deelnemers aan dat het bespreekbaar maken van seksueel grensoverschrijdend gedrag aandacht verdient binnen de HU.
1. Sociale veiligheid is van iedereen
Een aanwezige benoemt een toekomstdroom voor de HU, waarin ieder individu zich verantwoordelijk voelt voor sociale veiligheid en situaties durft te bevragen, ook als dit een ander betreft. Om dit te bewerkstelligen moet er aandacht komen voor community-vorming, een focus zijn op het verminderen van een angstcultuur, werkdrukproblemen, politieke spelletjes, en moeten onderling vertrouwen en persoonlijk contact worden vergroot.
Stappen die daarbij genoemd worden zijn het vergroten en stimuleren van handelingsrepertoire, bewustwording, en (intrinsieke) motivatie door trainingen en op de juiste plek (de klas, het team, bij leidinggevenden). Deze professionalisering mag niet vrijblijvend zijn, en het kan zinvol zijn dit direct in te bedden in de curricula.
Daarnaast is er een focus op persoonlijk leiderschap en gedeelde verantwoordelijkheid. Iedereen is nodig om sociale veiligheid te waarborgen, maar personen in een machtspositie hebben meer verantwoordelijkheid en vervullen een voorbeeldfunctie. Hiervoor is zelfreflectie belangrijk (“Is mijn eigen gedrag sociaal veilig?”), net als de (fysieke) zichtbaarheid van leidinggevenden.
Aanwezigen noemen het belang van preventief werken, door te kijken naar het versterken en waarborgen van veiligheid in plaats van enkel ingrijpen wanneer onveiligheid ontstaat.
2. Leren van en reflecteren op incidenten of ongemak
De input benadrukt het belang van leren en oefenen, zowel voor studenten als voor medewerkers, met nadruk op het bespreken van ongemak, creëren van open dialogen over veilige omgangsvormen, en faciliteren van uitwisselingsmomenten over (uitdagingen in) het werk. Er wordt gepleit voor het actief bieden van handvatten aan medewerkers om moeilijke gesprekken te voeren over sociale veiligheid, vooral na incidenten van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag.
Stappen die genoemd worden zijn onder andere het faciliteren van reflectie, het vergroten van vocabulaire over sociale veiligheid, en het leren zien van conflicten als kansen. Verder wordt ook hier de gedeelde verantwoordelijkheid benadrukt, met ruimte voor pedagogische tussenruimtes en aandacht voor privacy.
3. Verbeteren van toegankelijkheid ondersteunend systeem
Veel van de input onderstreept het belang van vindbaarheid en gebruiksgemak van het ondersteunend systeem. Hierbij gaat toegankelijkheid niet alleen over beschikbaarheid, maar ook over de bereidheid van mensen om informatie te zoeken en te gebruiken.
Stappen die genoemd worden zijn het vergroten van de zichtbaarheid van vertrouwenspersonen en het Student Support Centre, het voorkomen van “kastje naar de muur” situaties, en het plaatsen van informatie op plekken waar studenten het daadwerkelijk zien, zoals sociale media en posters.
Er wordt gepleit voor herhaaldelijke voorlichting en, ook hier, een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de toegankelijkheid van het systeem door verschillende afdelingen, zoals huismeesters, ICT, communicatie, en vertrouwenspersonen.
4. Zorgvuldige opvolging van meldingen
Over dit aandachtsgebied brengen aanwezigen naar voren dat de definitie van meldingen en het onderscheid tussen meldingen, signalen, en klachten helder moet zijn. Er wordt nadruk gelegd op de vraag wie verantwoordelijk is voor de opvolging en de rol van nazorg voor zowel de melder als de beklaagde. Ook pleiten deelnemers voor het verkennen van anonieme meldopties en het instellen van proactieve interventies, met duidelijke consequenties.
Stappen die genoemd worden zijn onder andere het samenstellen van een advies- of beslistafel die situaties behandelt en daarop reflecteert, het organiseren van themabijeenkomsten om meldingen en passende reacties te bespreken, het vaststellen van een wenselijke respons, en het peilen daarvan in de bredere HU-gemeenschap via bijvoorbeeld een poll. Ook wordt het belang van begeleiding door een onafhankelijke buddy tijdens het klachtentraject aangestipt.
5. Bewustwording hiërarchische positie
Over dit aandachtsgebied geven de aanwezigen aan dat het van belang is dat leidinggevenden hun eigen verantwoordelijkheid over sociale veiligheid erkennen en dat zij zich hier actief over uitspreken. Tegelijkertijd is het belangrijk dat zij ook worden toegerust over hóe zij initiatief kunnen nemen op dit vlak, over hoe je een veilige omgeving creëert, en hoe je een situatie herstelt wanneer deze is geëscaleerd. Ook is er onder aanwezigen behoefte aan tips over hoe je een medewerker bij (dis)functioneren kunt aanspreken en tegelijkertijd daarin de veiligheid kan bewaken. Als het gaat om feedback geven aan een docent of leidinggevende, geven aanwezigen aan dat het nodig is om hiervoor de drempel te verlagen voor studenten en medewerkers.
Zowel in de klas als op de werkplek moet er worden ingezet op sociale veiligheid. Het maken van duidelijke onderlinge afspraken kan helpen. In de klas – zo geven aanwezigen aan – hebben docenten een voorbeeldfunctie. De omgang met studenten is even belangrijk als de inhoudelijke kennis. Ook wordt genoemd dat het kan helpen om studenten voorlichting te geven over vooroordelen, bijvoorbeeld als het gaat om meer traditionele opvattingen over gender(rollen).
6. Meer sturing, coördinatie en representatie
Tot slot verlangen de aanwezigen dat er vanuit het College van Bestuur meer sturing komt over sociale veiligheid. Vanuit HR-perspectief is het van belang dat het thema sociale veiligheid wordt verweven in goede leiderschapsprogramma’s of trainingen over machtsrelaties. Daarnaast ligt bij recruitment een belangrijke rol als het gaat om een diverse samenstelling van de HU-gemeenschap, zodat studenten en medewerkers zich gerepresenteerd voelen.